“Fijn dat ik er voor m’n vader kan zijn”
De vader van Janny heeft dementie. Nadat hij de diagnose kreeg, heeft hij nog enkele jaren zelfstandig gewoond. Inmiddels is hij opgenomen in een verpleeghuis. Janny springt vaak bij en helpt hem waar ze kan. Waarom is ze mantelzorger voor haar vader? Hoe vindt ze dat? Lees meer in het interview.
Janny: “Toen mijn vader nog thuis woonde, kwamen er vaak mensen over de vloer. Bijvoorbeeld zorgverleners. Het viel op dat ze vaak óver hem praatten en niet mét hem. Ik vind het fijn als mensen hem voor ‘vol’ aanzien. Dat ze respect hebben voor zijn mening en respect hebben voor wat hij wil en wat hij nodig heeft. Ik betrap mijzelf daar ook weleens op. Dat ik mijn vader iets uit handen neem, terwijl hij dat gewoon kan. Bijvoorbeeld: mijn vader is slecht ter been, dus ik haal vaak snel de krant voor hem uit de brievenbus. Dat heb ik zo gedaan. Zelf kan hij dit ook gewoon nog. Het is belangrijk dat ik hem de dingen laat doen die hij zelf kan.
Iets terugdoen
Ik vind het fijn dat ik er voor m’n vader kan zijn. Hij heeft vroeger altijd voor mij gezorgd en nu zorg ik voor hem. Ik kan iets terugdoen. Bovendien heeft mijn moeder vlak voor haar overlijden gevraagd of ik voor mijn vader wilde zorgen. Dat weegt mee. Toch is het pittig om mantelzorger te zijn, vooral voor iemand met dementie. Door de ziekte is mijn vader veranderd. Niet alleen qua persoonlijkheid, maar ook qua gedrag. De normen en waarden die mijn ouders mij als kind bijbrachten, zijn niet meer de normen en waarden van mijn vader. Een simpel voorbeeld: mijn vader wacht niet met eten tot iedereen aan tafel zit en eten heeft opgeschept. Nee, hij begint gelijk. Dat is wel moeilijk om te zien.
Ontspannen in de tuin
Ik vind het belangrijk om regelmatig te ontspannen en los te komen van mijn mantelzorgtaken. Ik ga dan even werken in de tuin. Het liefst doe ik klusjes waar ik niet bij na hoef te denken, zoals onkruid plukken. Ook heb ik een schommelstoel waar ik heerlijk in weg kan zakken en kan schommelen. Dat is ontspannend. Daarnaast deel ik mijn verhaal met anderen. Ik vertel hen dat ik voor m’n vader zorg. Maak ik een afspraak, dan geef ik altijd aan dat er iets tussen kan komen. Bijvoorbeeld wanneer mijn vader niet in orde is of ziek is. Dan heeft mijn vader voorrang. Eigenlijk heeft iedereen hier begrip voor. Bovendien kan ik mijn verhaal delen met de mantelzorgconsulent van Mantelzorg Roosendaal. Tijdens onze gesprekken ervaar ik veel steun. Ik krijg handvatten om met de situatie om te gaan.
Dat zou ook mijn advies zijn aan iemand in een soortgelijke situatie. Trek op tijd aan de bel en vraag hulp. Je hoeft het wiel zelf niet uit te vinden. Dat is allang gebeurd en hebben al heel wat mensen voor je gedaan.”
Herinneringen maken
Janny besluit: “Dat ik mantelzorger ben, heeft de band met mijn vader alleen maar versterkt. Ik zie hem vaak en wanneer ik hem zie, ben ik bezig met het maken van herinneringen. Dat klinkt misschien gek voor iemand met dementie, maar ik merk dat mijn vader zich wel degelijk dingen herinnert. Al is het een geur, een beeld of een stem. Hij reageert daar heel duidelijk op.”
Een zelfgeschreven gedicht van Janny:
Jij bent mijn gedicht,
Liefde geven is geen plicht.
Wij hebben een goede band,
Dus pap pak nu mijn hand.
Laten we samen verder lopen,
Over wegen en paden.
Oprecht, vol vertrouwen en laten we hopen,
Op nog veel mooie momenten samen.
Je dochter.