“Het voelde voor mij eerst als een verplichting”

De 22-jarige Hazel Anne woont samen met haar vader, moeder en 17-jarige broertje in Roosendaal. Al zolang zij zich kan herinneren helpt ze mee in de zorg voor haar jongere broer. Ze wist eerst niet waarom dat was. Al zag ze wel dat hij in veel dingen anders was. Het voelde voor haar als een verplichting om er altijd voor haar broertje te moeten zijn. Tegenwoordig is dat anders. Omdat ze inmiddels meer kennis heeft over het hebben van een verstandelijke beperking en autisme en hierdoor het leven van haar broertje beter begrijpt. Én omdat ze nu ook weet dat ze een jonge mantelzorger is.

Hazel Anne: “Er kwamen wel eens brieven die aan mij gericht waren, met daarop het logo van mantelzorg. Ik vroeg mijn vader wat dat nou eigenlijk is, een mantelzorger. Mijn vader legde mij uit dat hij mij had aangemeld als jonge mantelzorger, omdat ik al vanaf het begin voor mijn broertje heb gezorgd. Door de post die ik kreeg werd ik mij hiervan bewust.

Mijn ouders ontlasten
De situatie met mijn broertje was voor mijn ouders zwaar. Mijn vader was al wat ouder toen mijn broertje geboren werd. Mijn moeder sprak nog niet zo goed Nederlands. Als ze ergens alleen naartoe ging, dan verstond ze het niet. Dan ging m’n vader mee met m’n moeder en dan bleef ik bij m’n broertje. Als ze hem zouden meenemen, dan was hij heel onrustig en dat was niet fijn. Op die manier kon ik mijn ouders helpen en hen ontlasten.

Het voelde als een verplichting
Ik zat nog op de basisschool en zorgde al voor mijn broertje. In die tijd wist ik niet wat een geestelijke beperking was of waarom hij naar het speciaal onderwijs ging. Ik wist alleen dat hij wat moeite had met bepaalde dingen. Ik wilde wel eens afspreken met vrienden, of op vrijdagavond gaan logeren. Dat kon allemaal niet omdat ik bij mijn broertje moest zijn. Ik moest verplicht met hem spelen en met hem mee naar buiten. Ik begreep hem vroeger ook niet. Dan maakte hij iets van mij kapot en dan was ik daar boos en verdrietig om. Dat is nu wel veranderd en ik kijk er ook anders tegenaan. Ik weet nu dat hij die speciale zorg nodig heeft en wat er met hem aan de hand is. Doordat ik weet hoe de situatie is, kan ik er beter mee omgaan.

Zorgen voor ontspanning
Als kind was ik altijd veel bezig met tekenen, zingen, dansen en keyboard spelen. Dat deed ik vooral als het even teveel werd. Het zorgde voor energie en ook rust. Die rust die ervaar ik nu veel meer. Eigenlijk is dat gekomen sinds ik mijn hondje heb. Mijn hondje zorgt voor afleiding en zorgt ervoor dat ik veel minder gevoelig ben voor stress. Ik merk veel minder dat mijn broertje druk is en veel vraagt.

Bespreekbaar maken
Ik ben ouder geworden en mijn broertje is ook ouder geworden. Mijn vader doet nu veel meer samen met hem en dat geeft mij ruimte om eigen dingen te doen. Dat vind ik heel fijn. Het is belangrijk om bij je ouders aan te geven als het teveel voor je wordt, of als je tijd voor jezelf wilt. Dat blijf ik best lastig vinden. Toch is het belangrijk om dat wel uit te spreken.

Gemis en vertrouwen
Sinds dat ik een vriend heb, merk ik ook pas dat er dingen zijn die ik heb gemist in mijn jeugd. Zoals uit eten gaan, naar de bioscoop of naar een pretpark. Al die familiedingen die konden wij eigenlijk niet doen met mijn broertje erbij. Voor mijn gevoel zaten we altijd thuis. Met de familie van mijn vriend ben ik die dingen gaan doen.
Dat mijn broertje een beperking heeft, daar loop ik niet mee te koop. Dat vertel ik alleen aan mensen die bij mij thuis komen. Anderen hoeven dat ook niet te weten, vind ik. Ik neem alleen de mensen hierin mee die ik vertrouw. Vertrouwen is heel belangrijk.”

Luister ook naar de geluidsopname waarin Hazel Anne haar eerlijke verhaal vertelt.