Onbegrip voor jonge mantelzorgers, maar Hanna (16) en Shira (23) hebben elkaar

De levens van de 23-jarige Shira en 16-jarige Hanna uit Roosendaal veranderden drastisch, toen hun beide moeders een herseninfarct kregen. Van de een op de andere dag namen zij de zorg voor hun ouder op zich. “Het is vanzelfsprekend.”

Jonge mantelzorgers hebben elkaar

Een op de vier Nederlandse jongeren is mantelzorger. Bij Mantelzorg Roosendaal staan er 55 geregistreerd. Toch merken de meiden nog veel onbegrip. Gelukkig kunnen ze door lotgenotencontact hun verhaal kwijt aan elkaar. “Je begint iemand pas echt te begrijpen als je in dezelfde situatie zit.”

Shira’s moeder liet twee jaar geleden een maagverkleining uitvoeren. Het weghalen van overtollig vel zorgde voor veel complicaties en pijn. Toen de dokter een scan maakte, bleek ze een herseninfarct te hebben, omdat ze niet op tijd was begonnen met bloedverdunners. “Daardoor is er niet opgemerkt dat ze een herseninfarct had,” vertelt de ouderenzorgstudente. Haar moeder loopt buiten inmiddels met een rollator en stottert als ze moe is.

‘Zij heeft ook jarenlang voor mij gezorgd.’

“Ik wist bij God niet wat een herseninfarct was,” vervolgt Shira, maar ze besloot de zorg voor haar moeder direct op zich te nemen. “Ik ben haar dochter, zij heeft ook jarenlang voor mij gezorgd. Dan mag ik dat ook voor haar doen.”

Hanna kwam net terug van scoutingkamp, toen ze zag dat haar moeder grotere pupillen had. De linkerhelft van haar gezicht was verlamd. Nadat haar moeder was opgehaald met een ambulance, hoorde Hanna dat ze een herseninfarct had gekregen. “Ik had er nog geen besef bij, want ik was dertien.”

‘Zien dat ze niet meer de oude wordt doet pijn.’

Pas twee maanden geleden drong het tot de eindexamenleerlinge van het Da Vinci College door dat haar moeder niet meer beter wordt. “Zien dat ze niet meer de oude wordt doet pijn.”

Naast dat haar gezicht en handen verlamd zijn, vergeet haar moeder veel dingen en neemt ze te veel prikkels op. “Ik help met bepaalde dingen die zij niet meer kan, zoals het openen van dingen.” De zestienjarige ziet dat, ondanks haar leeftijd, niet als een grote verantwoordelijkheid. “Het is vanzelfsprekend.”

Shira wordt emotioneel als ze vertelt welke invloed de mantelzorg heeft gehad op haar leven en thuissituatie. “Het maakt me moe, maar het hoort erbij,” snikt ze, terwijl ze haar neus snuit in een stuk keukenrol. “Toch haal ik er ook voldoening en energie uit.”

Het doet zichtbaar veel met haar dat haar moeder inmiddels thuis zit, aan de tranen in haar ogen te zien. “Ze had ruim achttien jaar een hoge functie in de verzorgende IG en zat in een traject om doktersassistente te worden. Nu kan ze helemaal niks meer. Ik maakte me zorgen of we het qua geld nog wel zouden redden.”

Hanna’s moeder werkte van acht tot vijf als administratief medewerker, maar inmiddels zijn dat nog maar halve dagen. “Ze slaapt ’s middags, om haar hoofd leeg te maken. Anders raakt ze overprikkeld.” Ze mist het spelletjes spelen met haar moeder, daarom spreekt ze geregeld af met vrienden.

‘Ik heb geen zin om het hele riedeltje aan mijn vrienden uit te leggen.’

Zij weten van haar thuissituatie af, doordat ze het huilend op school vertelde en wel eens uit de les werd gehaald om te praten met een maatschappelijk werkster. Toch heeft ze het er met hen niet veel over. “Ze hoeven er geen rekening mee te houden,” vindt ze. “Het is moeilijk om erover te praten, want je probeert jezelf groot te houden.” Daarom willen de meiden hun verhaal liever niet op camera vertellen of op de foto.

“Mijn vrienden zeiden dat ik er vanaf zou zijn als ik het huis uit zou gaan,” vult Shira aan. “Maar dan wordt het juist erger, omdat ik dan twee huishoudens moet onderhouden.” Ze vond de reactie niet leuk, maar volgens haar kwam dat door het stuk onbegrip voor jonge mantelzorgers. “Ik heb geen zin om het hele riedeltje aan mijn vrienden uit te leggen. Je begint iemand pas echt te begrijpen als je in dezelfde situatie zit.”

‘Vriendinnen willen mij niet zien lijden als ik verdrietig ben.’

Daarom is ze blij dat ze Hanna heeft ontmoet. Daardoor heeft ze een stuk herkenning. “Er wordt geluisterd en ik voel me gehoord. Mijn vriendinnen beginnen sneller over een ander onderwerp. Ze willen mij niet zijn ‘lijden’ als ik verdrietig ben. En waarom zou ik erover praten? Ieder huisje heeft zijn kruisje. Bij Hanna kan ik gelukkig wel mijn hart luchten.”

Hanna herkent zich hierin. “Shira snapt mij. Ik kan mijn verhaal bij haar kwijt. De bewustwording bij mijn andere vrienden moet nog in gang worden gezet.”

Auteur: Niek de Bruijn in opdracht van ZuidWest Update